UITSLOVER
Al weer een hele tijd geleden vertelde ik u over de belevenissen van één van onze Cairn Terriers, Chum op mijn werk. Chum vergezelde mij trouw twee keer in de week (op maandag en op woensdag) naar het Ministerie. Hij deed zijn ‘werk’ daar met erg veel plezier, op z’n werkdagen zat hij ’s ochtends om kwart voor acht op de deurmat te wachten op het moment van vertrek. Bijzonder uit zijn humeur was hij als hij eens een keer niet mee mocht.
En toen gebeurde er in Chums ogen iets volstrekt onbegrijpelijks. Ik ging ’s morgens niet meer weg, hij kon niet meer mee. Chum liep elke ochtend doelloos door de kamer, bij iedere beweging van mij rende hij naar de deur en keek me vol verwachting aan: ‘Gaan we nu toch?’. Zes maanden lang ben ik ziek thuis geweest. En ook Chum wende eraan. Hij bleef ’s morgens wat langer slapen, ach, waarom zou hij zich ook druk maken. Overigens, het had zo zijn voordelen dat ik de hele dag thuis was, in de ogen van Chum en zijn familieleden. Van de dokter moest ik veel naar buiten; vanzelfsprekend was dát een advies wat de Cairn Terriers erg aansprak!
Na maanden tobben werd bij mij de vermoedelijke oorzaak van de klachten gevonden. Aangeraden werd in elk geval voorlopig thuis te werken en het kantoorgebouw waarin ik normaal werk zo veel mogelijk te mijden. In overleg met mijn baas werd mijn personal computer, archieven enz. thuisgebracht. Ook Chum zijn ‘werkmand’ en ‘werkkluiven’ kwamen weer terug. Beneden richten we een kamer in als kantoor, waarin ook Chums ‘werkmand’ een plaatsje vond.
Iedere ochtend, nadat ik de honden heb uitgelaten, vertrek ik naar beneden om aan het werk te gaan. En Chum? Ja, Chum heeft ook zijn ambtelijk bestaan weer opgenomen. Hij werkt nu zelfs vijf dagen per week. Iedere ochtend zit hij, zodra hij terugkomt van de wandeling, bovenaan de trap te wachten. Als ik in zijn ogen te veel treuzel, kijkt hij me beschuldigend aan van: ‘Schiet nou eens op’. Ook ’s middags na de wandeling wil hij zo snel mogelijk terug naar z’n kantoor. Ik wordt nu door Chum meer gecontroleerd dan ooit door mijn chef! Zelfs ’s avonds wil Chum eigenlijk wel graag aan het werk. Hij zit dan zielig piepend bovenaan de trap en je kunt ‘m geen groter plezier doen dan hem mee naar beneden te nemen.
Voor Chum is ‘werk’ een verworven recht geworden, waar hij zichzelf en mij strikt aan houdt. De uitslover …………………….
Eerder gepubliceerd in het Cairn Nieuws van maart 1989